Farm Heroes Saga:
Wil je het spelletje spelen klik dan hieronder op de link.
https://apps.facebook.com/farmheroes/?fb_source=bookmark&ref=bookmarks&count=96&fb_bmpos=4_96 

Speurtocht:
Maak een speurtocht als ze het leuk vinden om met vriendjes/vriendinnetjes dingen te ontdekken. Geef ze bijvoorbeeld een schatkaart mee waarbij een route van de buurt in staat. Ook is het leuk om van te voren een doos/schat te begraven (met bijvoorbeeld fruit erin) zodat ze deze echt op kunnen graven. Zo zijn ze lekker in beweging en maken ze sociale contacten met hun vriendjes en ze moeten samenwerken.

Baltikkertje:
Uitleg:
De lesgever wijst 1 of meerdere tikkers aan. Als je af bent ga je naar de afgesproken plaats. De tikkers hebben een bal waarmee ze mogen tikken (dus niet gooien). Als je geraakt bent door de bal ben je af. Als de tikkers de bal laten vallen mag iedereen weer meedoen.

Differentiatie:
Tikkers hebben samen een bal. Ze kunnen overspelen en daarmee goed samenwerken. Dit vergroot wel de kans dat de bal op de grond valt. 
 

Toren estafette:
De voorste neemt een plastic beker mee. Dan gaat de volgende, etc. Er moet een toren worden gebouwd. Hoogste toren heeft gewonnen. Als het omvalt, moeten alle bekers in een keer terug en dan opnieuw beginnen.
 

Het wasknijper spel:
Alle deelnemers krijgen drie wasknijpers. Als het spel begint probeert iedereen bij een ander die wasknijpers aan de kleren te hangen. Heb je een wasknijper aan je kleren dan mag je die er niet meer afhalen. Zijn je wasknijpers op dan wacht je aan de kant. Als iedereen klaar is tel je wie de meeste wasknijpers aan zijn kleren heeft hangen. Wie de minste wasknijpers heeft én zelf al zijn wasknijpers kwijt is, die heeft gewonnen.
 

Verstoppertje met een bal:
Aan het begin van het spel is één kind de tikker. Dit kind heeft de bal, de rest mag zich verstoppen. Wanneer alle kinderen verstopt zijn, gaat de tikker de andere kinderen zoeken. De bal blijft achter op een centrale plaats. Wanneer een verstopt kind gezien wordt door de tikker, rent de tikker terug naar de bal, en roept de naam van het gevonden kind, terwijl het de bal aanraakt. Het gevonden kind is nu af en kan tevoorschijn komen. Als ieder kind gevonden is en afgeroepen, is het spel afgelopen. De kinderen die af zijn, kunnen echter ook weer vrij komen: Wanneer een kind dat nog niet af is, de bal wegschopt, zijn alle kinderen weer vrij en kunnen ze zich snel weer verstoppen. De tikker mag pas weer beginnen met zoeken wanneer hij de bal weer te pakken heeft. De bal mag in totaal drie keer weggeschopt worden (al wordt het ook wel gespeeld met twee keer wegschoppen).


Chinese muur:
Aan het begin van het spel staan alle kinderen aan één kant van het veld, achter een (denkbeeldige) lijn. In het midden staat een tikker. Op het gegeven signaal rennen alle kinderen naar de andere kant van het veld en proberen de tikker te ontwijken. Kinderen die getikt worden, vormen een muur in het midden van het veld. Zijn staan met gespreide benen in de muur, met de voeten tegen elkaar aan en houden elkaars handen vast. De kinderen die nog over zijn in het spel kunnen dan onder de benen van de kinderen in de muur kruipen. Hiermee kunnen kinderen in de muur bevrijd worden. Het spel is afgelopen wanneer alle kinderen zijn getikt, of wanneer de tijd om is.
 

Omkijkertje:
Dit spel wordt gespeeld met een groep kinderen. Eén kind staat met het gezicht tegen de muur of boom, de anderen staan een paar meter verderop achter een lijn. De groep moet proberen het kind dat tegen de muur/boom staat aan te tikken maar die mag onver­wachts omkij­ken en diegene die dan nog loopt moet terug naar de lijn en opnieuw beginnen. Uitkijken dus.
 

Ik verklaar de oorlog aan:
Eén kindje gooit een bal omhoog en roept ‘ik verklaar de oorlog aan’. Het genoemde kind moet de bal zo snel mogelijk te pakken krijg. Ondertussen rennen de andere kinderen weg. Wanneer het kind de bal heeft, roept hij ‘stop!’. Op het moment dat er ‘stop!’ geroepen is, blijven alle kinderen zo stil mogelijk staan. De speler met de bal mag nu drie stappen zetten en proberen de bal tegen iemand aan te gooien. Lukt dat? Dan is dat kind aan de beurt. Lukt dit niet? Dan is de speler met de bal nog een keer aan de beurt.
 

Paaltjesvoetbal:
Alle kinderen staan in een grote kring en zetten een paaltje voor zich op de grond. Dit kan een fles zijn, een kegel of een houten blokje. Ieder kind probeert het paaltje van de ander omver te schieten, terwijl je je eigen paaltje verdedigt. Wanneer iemands paaltje omgeschopt is, is diegene af. Wie als laatste overblijft heeft gewonnen.